Testen 32



Datum:
Tijd besteed aan testen::
Score:


Thu Dec 25, 2025

0/10

Klik op een woord
1. Jij leert Spaans.
Tu studi lo   See hint
2. Drink je cola met rum?
Bevi Cola con il rum?   See hint
3. Wie maakt de ramen schoon?
Chi pulisce le ?   See hint
4. Hier is mijn rijbewijs.
la mia patente   See hint
5. Ik wil graag fruit of kaas.
della frutta o del formaggio   See hint
6. Wij zitten op de verkeerde weg.
Abbiamo strada   See hint
7. Ik heb een fototoestel.
Io ho una fotografica   See hint
8. De scheidsrechter komt uit België.
viene dal Belgio   See hint
9. Mijn bed staat in de slaapkamer.
Il mio è in camera da letto   See hint
10. Het briefje ligt onder de tafel.
Il biglietto è sotto il   See hint
1. Jij leert Spaans.
Tu studi lo   See hint
2. Drink je cola met rum?
Bevi Cola con il rum?   See hint
3. Wie maakt de ramen schoon?
Chi pulisce le ?   See hint
4. Hier is mijn rijbewijs.
la mia patente   See hint
5. Ik wil graag fruit of kaas.
della frutta o del formaggio   See hint
6. Wij zitten op de verkeerde weg.
Abbiamo strada   See hint
7. Ik heb een fototoestel.
Io ho una fotografica   See hint
8. De scheidsrechter komt uit België.
viene dal Belgio   See hint
9. Mijn bed staat in de slaapkamer.
Il mio è in camera da letto   See hint
10. Het briefje ligt onder de tafel.
Il biglietto è sotto il   See hint