Taalgids

nl Verleden tijd 1   »   ko 과거형 1

81 [eenentachtig]

Verleden tijd 1

Verleden tijd 1

81 [여든하나]

81 [yeodeunhana]

과거형 1

[gwageohyeong 1]

Kies hoe u de vertaling wilt zien:   
Nederlands Koreaans Geluid meer
schrijven 써- 써요 써- -- 써요 0
sse--o sseoyo s-e-y- ------ sseoyo
Hij schreef een brief. 그는-편----어요. 그는 편지를 썼어요. 그- 편-를 썼-요- ----------- 그는 편지를 썼어요. 0
ge-neun---eonj-l--- s----s-eoyo. geuneun pyeonjileul sseoss-eoyo. g-u-e-n p-e-n-i-e-l s-e-s---o-o- -------------------------------- geuneun pyeonjileul sseoss-eoyo.
En zij schreef een kaart. 그---그----드를--어-. 그리고 그녀는 카드를 썼어요. 그-고 그-는 카-를 썼-요- ---------------- 그리고 그녀는 카드를 썼어요. 0
g-ul-go--e----on-u- k-d-u--ul--s-oss-e-y-. geuligo geunyeoneun kadeuleul sseoss-eoyo. g-u-i-o g-u-y-o-e-n k-d-u-e-l s-e-s---o-o- ------------------------------------------ geuligo geunyeoneun kadeuleul sseoss-eoyo.
lezen 읽어요 읽어요 읽-요 --- 읽어요 0
i---eoyo ilg-eoyo i-g-e-y- -------- ilg-eoyo
Hij las een tijdschrift. 그- 잡-- --어-. 그는 잡지를 읽었어요. 그- 잡-를 읽-어-. ------------ 그는 잡지를 읽었어요. 0
g-----n jabj-le-l --g-eo-s-e--o. geuneun jabjileul ilg-eoss-eoyo. g-u-e-n j-b-i-e-l i-g-e-s---o-o- -------------------------------- geuneun jabjileul ilg-eoss-eoyo.
En zij las een boek. 그-고---는 책----어-. 그리고 그녀는 책을 읽었어요. 그-고 그-는 책- 읽-어-. ---------------- 그리고 그녀는 책을 읽었어요. 0
g-----o ge-nyeo-eun ---e----- i---eo-s--o--. geuligo geunyeoneun chaeg-eul ilg-eoss-eoyo. g-u-i-o g-u-y-o-e-n c-a-g-e-l i-g-e-s---o-o- -------------------------------------------- geuligo geunyeoneun chaeg-eul ilg-eoss-eoyo.
nemen 가져-요 가져가요 가-가- ---- 가져가요 0
g-jyeo-ayo gajyeogayo g-j-e-g-y- ---------- gajyeogayo
Hij nam een sigaret. 그- -배를 가져갔어-. 그는 담배를 가져갔어요. 그- 담-를 가-갔-요- ------------- 그는 담배를 가져갔어요. 0
g-----n -am-a-l-u- --jye-g--s---yo. geuneun dambaeleul gajyeogass-eoyo. g-u-e-n d-m-a-l-u- g-j-e-g-s---o-o- ----------------------------------- geuneun dambaeleul gajyeogass-eoyo.
Zij nam een stuk chocola. 그---초콜--- -각을 ---어요. 그녀는 초콜렛 한 조각을 가져갔어요. 그-는 초-렛 한 조-을 가-갔-요- -------------------- 그녀는 초콜렛 한 조각을 가져갔어요. 0
g-uny--neu--cho-o-les ------g---e-- ----eoga-s----o. geunyeoneun chokolles han jogag-eul gajyeogass-eoyo. g-u-y-o-e-n c-o-o-l-s h-n j-g-g-e-l g-j-e-g-s---o-o- ---------------------------------------------------- geunyeoneun chokolles han jogag-eul gajyeogass-eoyo.
Hij was ontrouw, maar zij was trouw. 그는-의리가---지-- 그녀--의리가-있--요. 그는 의리가 없었지만, 그녀는 의리가 있었어요. 그- 의-가 없-지-, 그-는 의-가 있-어-. -------------------------- 그는 의리가 없었지만, 그녀는 의리가 있었어요. 0
g-une-n-u----a -obs-eossj---n,--eu-ye--e-n -il-g--iss-eoss----o. geuneun uiliga eobs-eossjiman, geunyeoneun uiliga iss-eoss-eoyo. g-u-e-n u-l-g- e-b---o-s-i-a-, g-u-y-o-e-n u-l-g- i-s-e-s---o-o- ---------------------------------------------------------------- geuneun uiliga eobs-eossjiman, geunyeoneun uiliga iss-eoss-eoyo.
Hij was lui, maar zij was ijverig. 그----렀--, 그-는 -----. 그는 게을렀지만, 그녀는 성실했어요. 그- 게-렀-만- 그-는 성-했-요- -------------------- 그는 게을렀지만, 그녀는 성실했어요. 0
g----un g-eul-eo-sj-man- ---n----e-- se-ngs--h-e---e-yo. geuneun geeulleossjiman, geunyeoneun seongsilhaess-eoyo. g-u-e-n g-e-l-e-s-j-m-n- g-u-y-o-e-n s-o-g-i-h-e-s-e-y-. -------------------------------------------------------- geuneun geeulleossjiman, geunyeoneun seongsilhaess-eoyo.
Hij was arm, maar zij was rijk. 그--가난-지-- --는 -자--요. 그는 가난했지만, 그녀는 부자였어요. 그- 가-했-만- 그-는 부-였-요- -------------------- 그는 가난했지만, 그녀는 부자였어요. 0
geun-u--g-n--hae--jiman- ge-nyeon-u---u----oss-eo-o. geuneun gananhaessjiman, geunyeoneun bujayeoss-eoyo. g-u-e-n g-n-n-a-s-j-m-n- g-u-y-o-e-n b-j-y-o-s-e-y-. ---------------------------------------------------- geuneun gananhaessjiman, geunyeoneun bujayeoss-eoyo.
Hij had geen geld, maar schulden. 그는 돈이-없었-- 빚----어-. 그는 돈이 없었고, 빚만 있었어요. 그- 돈- 없-고- 빚- 있-어-. ------------------- 그는 돈이 없었고, 빚만 있었어요. 0
geu-e-n--on-i-e--s--o-s--, --jm---i---e-------o. geuneun don-i eobs-eossgo, bijman iss-eoss-eoyo. g-u-e-n d-n-i e-b---o-s-o- b-j-a- i-s-e-s---o-o- ------------------------------------------------ geuneun don-i eobs-eossgo, bijman iss-eoss-eoyo.
Hij had geen geluk, maar pech. 그는 -----었-, 불-만-있었--. 그는 행운이 없었고, 불운만 있었어요. 그- 행-이 없-고- 불-만 있-어-. --------------------- 그는 행운이 없었고, 불운만 있었어요. 0
geu-e-- -aen--un-- -o-s--os-g-- -ul-u-m-- ----eos--eo--. geuneun haeng-un-i eobs-eossgo, bul-unman iss-eoss-eoyo. g-u-e-n h-e-g-u--- e-b---o-s-o- b-l-u-m-n i-s-e-s---o-o- -------------------------------------------------------- geuneun haeng-un-i eobs-eossgo, bul-unman iss-eoss-eoyo.
Hij had geen succes, maar tegenslag. 그--성---없--- -패--있었--. 그는 성공이 없었고, 실패만 있었어요. 그- 성-이 없-고- 실-만 있-어-. --------------------- 그는 성공이 없었고, 실패만 있었어요. 0
ge-ne-n ---n---o---i eo-s--ossgo- si-p--m-n---s--oss---y-. geuneun seong-gong-i eobs-eossgo, silpaeman iss-eoss-eoyo. g-u-e-n s-o-g-g-n--- e-b---o-s-o- s-l-a-m-n i-s-e-s---o-o- ---------------------------------------------------------- geuneun seong-gong-i eobs-eossgo, silpaeman iss-eoss-eoyo.
Hij was niet tevreden, maar ontevreden. 그- -족-지-않았고, ---했어-. 그는 만족하지 않았고, 불만족했어요. 그- 만-하- 않-고- 불-족-어-. -------------------- 그는 만족하지 않았고, 불만족했어요. 0
g-un--- --n---h--- a-h--s-g-,--u--a----h---s-e---. geuneun manjoghaji anh-assgo, bulmanjoghaess-eoyo. g-u-e-n m-n-o-h-j- a-h-a-s-o- b-l-a-j-g-a-s---o-o- -------------------------------------------------- geuneun manjoghaji anh-assgo, bulmanjoghaess-eoyo.
Hij was niet gelukkig, maar ongelukkig. 그- 행복-지-않았고- -펐어-. 그는 행복하지 않았고, 슬펐어요. 그- 행-하- 않-고- 슬-어-. ------------------ 그는 행복하지 않았고, 슬펐어요. 0
g---eu---aen--og--ji--nh------,---ul--os------. geuneun haengboghaji anh-assgo, seulpeoss-eoyo. g-u-e-n h-e-g-o-h-j- a-h-a-s-o- s-u-p-o-s-e-y-. ----------------------------------------------- geuneun haengboghaji anh-assgo, seulpeoss-eoyo.
Hij was niet sympathiek, maar onsympathiek. 그는 --하---았고,-불친절했-요. 그는 친절하지 않았고, 불친절했어요. 그- 친-하- 않-고- 불-절-어-. -------------------- 그는 친절하지 않았고, 불친절했어요. 0
g---e-- -h-nj-o--aj---n---ssgo- b-l-----eo-h---s-e---. geuneun chinjeolhaji anh-assgo, bulchinjeolhaess-eoyo. g-u-e-n c-i-j-o-h-j- a-h-a-s-o- b-l-h-n-e-l-a-s---o-o- ------------------------------------------------------ geuneun chinjeolhaji anh-assgo, bulchinjeolhaess-eoyo.

Hoe kinderen leren om goed te kunnen spreken

Zodra een mens geboren is, begint hij met anderen te communiceren. Baby's huilen als ze iets willen. Na een paar maanden kunnen ze zelfs eenvoudige woorden uitspreken. Ze kunnen na twee jaar zinnen van drie woorden uitspreken. Als kinderen beginnen met praten, kunnen we ze niet beïnvloeden. Maar ze kunnen van invloed zijn op hoe goed kinderen hun moedertaal leren! Maar men moet een aantal dingen overwegen. Van groot belang is dat lerende kinderen steeds gemotiveerd blijven. Men moet zich realiseren dat het iets bereikt wanneer hij spreekt. Baby's zijn blij om een glimlach als reactie te zien. Oudere kinderen gaan de dialoog aan met hun omgeving. Zij oriënteren zich op de taal van de mensen om hun heen. Daarom is het taalniveau van de ouders en opvoeders van groot belang. Ook moeten kinderen leren dat de taal waardevol is! Daarbij moeten ze altijd plezier hebben. Bij het voorlezen kunnen de kinderen zien hoe spannend de taal kan zijn. Ouders moeten ook zoveel mogelijk met hun kind iets gaan doen. Als een kind veel ervaring op doet, wil hij daarover spreken. Tweetalige opgegroeide kinderen hebben behoefte aan vaste regels. Ze moeten weten welke taal door wie gesproken wordt. Zo zullen hun hersenen leren om de twee talen te kunnen onderscheiden. De taal gaat veranderen wanneer de kinderen naar school gaan. Ze leren een nieuw omgangstaal. Nu is het van groot belang dat de ouders respecteren hoe hun kind spreekt. Onderzoeken tonen aan dat de eerste taal de hersenen steeds meer vorm geeft. Wat we als kind leren, gaan we gedurende ons hele leven meenemen. Wie zijn moedertaal op jonge leeftijd goed leert, zal er later goed van kunnen profiteren. Hij leert nieuwe dingen snel en effectief - niet alleen vreemde talen...