Woordenlijst

Leer bijwoorden – Engels (UK)

a little
I want a little more.
een beetje
Ik wil een beetje meer.
not
I do not like the cactus.
niet
Ik hou niet van de cactus.
before
She was fatter before than now.
voor
Ze was voorheen dikker dan nu.
never
One should never give up.
nooit
Men moet nooit opgeven.
now
Should I call him now?
nu
Moet ik hem nu bellen?
enough
She wants to sleep and has had enough of the noise.
genoeg
Ze wil slapen en heeft genoeg van het lawaai.
almost
It is almost midnight.
bijna
Het is bijna middernacht.
first
Safety comes first.
eerst
Veiligheid komt eerst.
at night
The moon shines at night.
‘s nachts
De maan schijnt ‘s nachts.
correct
The word is not spelled correctly.
correct
Het woord is niet correct gespeld.
ever
Have you ever lost all your money in stocks?
ooit
Heb je ooit al je geld aan aandelen verloren?
long
I had to wait long in the waiting room.
lang
Ik moest lang in de wachtkamer wachten.