పదబంధం పుస్తకం

te ప్రశ్నలు-భూత కాలం 1   »   nl Vragen – Verleden tijd 1

85 [ఎనభై ఐదు]

ప్రశ్నలు-భూత కాలం 1

ప్రశ్నలు-భూత కాలం 1

85 [vijfentachtig]

Vragen – Verleden tijd 1

మీరు అనువాదాన్ని ఎలా చూడాలనుకుంటున్నారో ఎంచుకోండి:   
తెలుగు డచ్ ప్లే చేయండి మరింత
మీరు ఎంత తాగారు? H-eveel h---t-- g-d-o-ken? Hoeveel heeft u gedronken? H-e-e-l h-e-t u g-d-o-k-n- -------------------------- Hoeveel heeft u gedronken? 0
మీరు ఎంత పని చేయగలిగారు? Ho---an- --e-t-u g-w---t? Hoe lang heeft u gewerkt? H-e l-n- h-e-t u g-w-r-t- ------------------------- Hoe lang heeft u gewerkt? 0
మీరు ఎంత వ్రాయగలిగారు? H-e-eel -e--t-u-gesc-----n? Hoeveel heeft u geschreven? H-e-e-l h-e-t u g-s-h-e-e-? --------------------------- Hoeveel heeft u geschreven? 0
మీరు ఎలా పడుకున్నారు? H-- -e--- u -esla--n? Hoe heeft u geslapen? H-e h-e-t u g-s-a-e-? --------------------- Hoe heeft u geslapen? 0
మీరు పరీక్ష ఎలా ప్యాస్ అయ్యారు? H---b-nt ----or-------a--n ---laa-d? Hoe bent u voor het examen geslaagd? H-e b-n- u v-o- h-t e-a-e- g-s-a-g-? ------------------------------------ Hoe bent u voor het examen geslaagd? 0
మీరు దోవ ఎలా కనుక్కోగలిగారు? Hoe h--ft ---e --g----onden? Hoe heeft u de weg gevonden? H-e h-e-t u d- w-g g-v-n-e-? ---------------------------- Hoe heeft u de weg gevonden? 0
మీరు ఎవరితో మాట్లాడారు? Met---e h-eft-u --spr----? Met wie heeft u gesproken? M-t w-e h-e-t u g-s-r-k-n- -------------------------- Met wie heeft u gesproken? 0
మీరు ఎవరితో కలిసారు? Met-wie he--t-- af---p--k--? Met wie heeft u afgesproken? M-t w-e h-e-t u a-g-s-r-k-n- ---------------------------- Met wie heeft u afgesproken? 0
మీరు ఎవరితో కలిసి జన్మదినాన్ని జరుపుకున్నారు? M-- -ie--ee-t---uw-v--jaar--g--e-i--d? Met wie heeft u uw verjaardag gevierd? M-t w-e h-e-t u u- v-r-a-r-a- g-v-e-d- -------------------------------------- Met wie heeft u uw verjaardag gevierd? 0
మీరు ఎక్కడ ఉన్నారు? W--r-b--------w--s-? Waar bent u geweest? W-a- b-n- u g-w-e-t- -------------------- Waar bent u geweest? 0
మీరు ఎక్కడ ఉండే వారు? Waa--h--f- --g--o---? Waar heeft u gewoond? W-a- h-e-t u g-w-o-d- --------------------- Waar heeft u gewoond? 0
మీరు ఎక్కడ పనిచేసే వారు? Wa-r---ef-----e-e-k-? Waar heeft u gewerkt? W-a- h-e-t u g-w-r-t- --------------------- Waar heeft u gewerkt? 0
మీరు ఏమి సూచిస్తారు? W-----ef--u--an-ev-le-? Wat heeft u aanbevolen? W-t h-e-t u a-n-e-o-e-? ----------------------- Wat heeft u aanbevolen? 0
మీరు ఏమి తిన్నారు? W-t--e----u -eg-ten? Wat heeft u gegeten? W-t h-e-t u g-g-t-n- -------------------- Wat heeft u gegeten? 0
మీరు ఏమి అనుభవించారు? W----e-f- u----ar-n? Wat heeft u ervaren? W-t h-e-t u e-v-r-n- -------------------- Wat heeft u ervaren? 0
మీరు ఎంత వేగంగా బండీని నదిపారు? Ho--h-rd h--f-----er-de-? Hoe hard heeft u gereden? H-e h-r- h-e-t u g-r-d-n- ------------------------- Hoe hard heeft u gereden? 0
మీరు ఎంత సేపు ఎగరగలిగారు? H-e la-g ---f- - -----ge-? Hoe lang heeft u gevlogen? H-e l-n- h-e-t u g-v-o-e-? -------------------------- Hoe lang heeft u gevlogen? 0
మీరు ఎంత పైకి ఎగరగలిగారు? Ho----o- -e-ft-u-ges----g-n? Hoe hoog heeft u gesprongen? H-e h-o- h-e-t u g-s-r-n-e-? ---------------------------- Hoe hoog heeft u gesprongen? 0

-

- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -