doorkomen
Het water was te hoog; de truck kon er niet doorheen.
get through
The water was too high; the truck couldn’t get through.
leren kennen
Vreemde honden willen elkaar leren kennen.
get to know
Strange dogs want to get to know each other.
ontslaan
Mijn baas heeft me ontslagen.
fire
My boss has fired me.
oefenen
De vrouw beoefent yoga.
practice
The woman practices yoga.