Rječnik

Naučite glagole – nizozemski

cms/verbs-webp/11497224.webp
antwoorden
De student beantwoordt de vraag.
odgovoriti
Student odgovara na pitanje.
cms/verbs-webp/93169145.webp
spreken
Hij spreekt tot zijn publiek.
govoriti
On govori svojoj publici.
cms/verbs-webp/44518719.webp
bewandelen
Dit pad mag niet bewandeld worden.
hodati
Ovom stazom se ne smije hodati.
cms/verbs-webp/120515454.webp
voeden
De kinderen voeden het paard.
hraniti
Djeca hrane konja.
cms/verbs-webp/100585293.webp
omdraaien
Je moet hier de auto omdraaien.
okrenuti se
Ovdje morate okrenuti automobil.
cms/verbs-webp/120259827.webp
bekritiseren
De baas bekritiseert de werknemer.
kritizirati
Šef kritizira zaposlenika.
cms/verbs-webp/93393807.webp
gebeuren
Vreemde dingen gebeuren in dromen.
dogoditi se
U snovima se događaju čudne stvari.
cms/verbs-webp/23468401.webp
verloven
Ze hebben stiekem verloofd!
zaručiti se
Tajno su se zaručili!
cms/verbs-webp/101938684.webp
uitvoeren
Hij voert de reparatie uit.
obaviti
On obavlja popravak.
cms/verbs-webp/132305688.webp
verspillen
Energie mag niet verspild worden.
rasipati
Energiju ne bi trebalo rasipati.
cms/verbs-webp/47225563.webp
meedenken
Je moet meedenken bij kaartspellen.
pratiti razmišljanje
U kartama moraš pratiti razmišljanje.
cms/verbs-webp/54887804.webp
garanderen
Verzekering garandeert bescherming bij ongevallen.
jamčiti
Osiguranje jamči zaštitu u slučaju nesreća.