uitsluiten
De groep sluit hem uit.
वगळणे
गटाने त्याला वगळलं आहे.
sturen
Hij stuurt een brief.
पाठवणे
तो पत्र पाठवतोय.
voelen
Hij voelt zich vaak alleen.
अनुभवणे
तो अकेला असल्याचं अनुभवतो.
achteruit zetten
Binnenkort moeten we de klok weer achteruit zetten.
मागे घालणे
लवकरच आम्हाला घड्याळ मागे घालावा लागणार.