Woordenlijst

Leer werkwoorden – Tsjechisch

cms/verbs-webp/113248427.webp
vyhrát
Snaží se vyhrát v šachu.
winnen
Hij probeert te winnen met schaken.
cms/verbs-webp/63868016.webp
vrátit se
Pes vrátil hračku.
terugbrengen
De hond brengt het speelgoed terug.
cms/verbs-webp/79404404.webp
potřebovat
Jsem žíznivý, potřebuju vodu!
nodig hebben
Ik heb dorst, ik heb water nodig!
cms/verbs-webp/109766229.webp
cítit
Často se cítí sám.
voelen
Hij voelt zich vaak alleen.
cms/verbs-webp/98060831.webp
vydat
Nakladatel vydává tyto časopisy.
uitgeven
De uitgever geeft deze tijdschriften uit.
cms/verbs-webp/120801514.webp
stýskat se
Bude mi po tobě tak stýskat!
missen
Ik zal je zo erg missen!
cms/verbs-webp/119613462.webp
očekávat
Moje sestra očekává dítě.
verwachten
Mijn zus verwacht een kind.
cms/verbs-webp/110322800.webp
mluvit špatně
Spolužáci o ní mluví špatně.
kwaadspreken
De klasgenoten spreken kwaad over haar.
cms/verbs-webp/79201834.webp
spojit
Tento most spojuje dvě čtvrti.
verbinden
Deze brug verbindt twee wijken.
cms/verbs-webp/92612369.webp
parkovat
Kola jsou zaparkována před domem.
parkeren
De fietsen staan voor het huis geparkeerd.
cms/verbs-webp/53646818.webp
pustit dovnitř
Venku sněžilo a my je pustili dovnitř.
binnenlaten
Buiten sneeuwde het en we lieten ze binnen.
cms/verbs-webp/15441410.webp
promluvit
Chce promluvit ke své kamarádce.
uitspreken
Ze wil zich uitspreken tegen haar vriend.