Woordenlijst
Servisch – Werkwoorden oefenen
initiëren
Ze zullen hun scheiding initiëren.
kopen
Ze willen een huis kopen.
drinken
Ze drinkt thee.
de weg vinden
Ik kan goed de weg vinden in een labyrint.
gaan
Waar is het meer dat hier was heengegaan?
overtuigen
Ze moet haar dochter vaak overtuigen om te eten.
geven
De vader wil zijn zoon wat extra geld geven.
bekritiseren
De baas bekritiseert de werknemer.
zitten
Ze zit bij de zee tijdens zonsondergang.
boos worden
Ze wordt boos omdat hij altijd snurkt.
achterna rennen
De moeder rent achter haar zoon aan.