Woordenlijst
Servisch – Werkwoorden oefenen
vergeven
Ik vergeef hem zijn schulden.
tentoonstellen
Hier wordt moderne kunst tentoongesteld.
sluiten
Ze sluit de gordijnen.
ontbijten
We ontbijten het liefst op bed.
bespreken
De collega’s bespreken het probleem.
overnachten
We overnachten in de auto.
begrijpen
Ik kan je niet begrijpen!
voorbijgaan
De middeleeuwse periode is voorbijgegaan.
sturen
Hij stuurt een brief.
doorlaten
Moeten vluchtelingen aan de grenzen worden doorgelaten?
achteruit zetten
Binnenkort moeten we de klok weer achteruit zetten.