Woordenlijst

Leer werkwoorden – Hebreeuws

לעבור
הרכבת עוברת לידנו.
l’ebvr
hrkbt ’evbrt lydnv.
voorbijgaan
De trein gaat aan ons voorbij.
משתמש
גם ילדים קטנים משתמשים בטאבלטים.
mshtmsh
gm yldym qtnym mshtmshym btabltym.
gebruiken
Zelfs kleine kinderen gebruiken tablets.
אוכלים
אנו מעדיפים לאכול ארוחת בוקר במיטה.
avklym
anv m’edypym lakvl arvht bvqr bmyth.
ontbijten
We ontbijten het liefst op bed.
לאבד
המתן, איבדת את הארנק שלך!
labd
hmtn, aybdt at harnq shlk!
verliezen
Wacht, je hebt je portemonnee verloren!
ישרוף
האש תשרוף הרבה מהיער.
yshrvp
hash tshrvp hrbh mhy’er.
afbranden
Het vuur zal een groot deel van het bos afbranden.
באה
המזל בא אליך.
bah
hmzl ba alyk.
naar je toekomen
Het geluk komt naar je toe.
לחשוד
הוא חושד שזו החברה שלו.
lhshvd
hva hvshd shzv hhbrh shlv.
verdenken
Hij verdenkt dat het zijn vriendin is.
לזרוק
הוא זורק את המחשב שלו בזעם לרצפה.
lzrvq
hva zvrq at hmhshb shlv bz’em lrtsph.
gooien
Hij gooit zijn computer boos op de grond.
מנצח
הוא מנסה לנצח בשחמט.
mntsh
hva mnsh lntsh bshhmt.
winnen
Hij probeert te winnen met schaken.
להסתכל
בחופשה, הסתכלתי על הרבה מצרות.
lhstkl
bhvpshh, hstklty ’el hrbh mtsrvt.
bekijken
Op vakantie heb ik veel bezienswaardigheden bekeken.
מעריך
הוא מעריך את ביצועי החברה.
m’eryk
hva m’eryk at bytsv’ey hhbrh.
evalueren
Hij evalueert de prestaties van het bedrijf.
לפנות
אתה יכול לפנות שמאלה.
lpnvt
ath ykvl lpnvt shmalh.
draaien
Je mag naar links draaien.