missen
Hij miste de kans op een doelpunt.
พลาด
เขาพลาดโอกาสทำประตู.
tegenover liggen
Daar is het kasteel - het ligt er recht tegenover!
อยู่ตรงข้าม
มีปราสาทอยู่ - มันอยู่ตรงข้าม!
verwijderen
De graafmachine verwijdert de grond.
นำออก
เครื่องขุดนำดินออก
bevestigen
Ze kon het goede nieuws aan haar man bevestigen.
ยืนยัน
เธอสามารถยืนยันข่าวดีให้สามีของเธอได้