missen
Ze heeft een belangrijke afspraak gemist.
错过
她错过了一个重要的约会。
uitsluiten
De groep sluit hem uit.
排除
该团队排除了他。
parkeren
De fietsen staan voor het huis geparkeerd.
停放
自行车停在房子前面。
overrijden
Helaas worden er nog veel dieren overreden door auto’s.
被撞
不幸的是,还有很多动物被车撞了。