verlaten
Veel Engelsen wilden de EU verlaten.
离开
许多英国人想离开欧盟。
bedanken
Ik bedank je er heel erg voor!
感谢
我非常感谢你!
voorstellen
Hij stelt zijn nieuwe vriendin voor aan zijn ouders.
介绍
他正在向他的父母介绍他的新女友。
controleren
De monteur controleert de functies van de auto.
检查
机械师检查汽车的功能。