词汇

学习动词 – 荷兰语

gebruiken
We gebruiken gasmaskers in het vuur.
使用
我们在火中使用防毒面具。
kijken
Ze kijkt door een gat.
她透过一个孔看。
bedanken
Hij bedankte haar met bloemen.
感谢
他用花感谢了她。
annuleren
De vlucht is geannuleerd.
取消
航班已取消。
openen
De kluis kan worden geopend met de geheime code.
打开
保险箱可以使用秘密代码打开。
vergeven
Ze kan het hem nooit vergeven!
原谅
她永远也不能原谅他那个事!
publiceren
De uitgever heeft veel boeken gepubliceerd.
出版
出版商已经出版了很多书。
out-of-the-box denken
Om succesvol te zijn, moet je soms out-of-the-box denken.
跳出思维框架
为了成功,有时你需要跳出思维框架。
bereiden
Er wordt een heerlijk ontbijt bereid!
准备
准备了美味的早餐!
bereiden
Ze bereidde hem groot plezier.
为...准备
她为他准备了巨大的欢乐。
importeren
We importeren fruit uit veel landen.
进口
我们从许多国家进口水果。
vertrouwen
We vertrouwen elkaar allemaal.
信任
我们都互相信任。