词汇

学习动词 – 荷兰语

vernieuwen
De schilder wil de muurkleur vernieuwen.
重漆
画家想要重漆墙面颜色。
bezorgen
Onze dochter bezorgt kranten tijdens de vakantie.
送报
我们的女儿在假期期间送报纸。
worden dronken
Hij wordt bijna elke avond dronken.
喝醉
他几乎每个晚上都喝醉。
dienen
Honden dienen graag hun baasjes.
服务
狗喜欢为主人服务。
vergelijken
Ze vergelijken hun cijfers.
比较
他们比较他们的数字。
reizen
Hij reist graag en heeft veel landen gezien.
旅行
他喜欢旅行，已经看过许多国家。
onderzoeken
Bloedmonsters worden in dit lab onderzocht.
检查
这个实验室里检查血样本。
boos worden
Ze wordt boos omdat hij altijd snurkt.
生气
因为他总是打鼾，所以她很生气。
verbeteren
Ze wil haar figuur verbeteren.
改进
她想改善自己的身材。
hangen
Ze hangen beide aan een tak.
挂
两者都挂在树枝上。
opkomen voor
De twee vrienden willen altijd voor elkaar opkomen.
支持
两个朋友总是想互相支持。
out-of-the-box denken
Om succesvol te zijn, moet je soms out-of-the-box denken.
跳出思维框架
为了成功，有时你需要跳出思维框架。