verantwoordelijk zijn voor
De arts is verantwoordelijk voor de therapie.
verantworten
Der Arzt verantwortet die Therapie.
achterlopen
De klok loopt een paar minuten achter.
nachgehen
Die Uhr geht ein paar Minuten nach.
overwinnen
De atleten overwinnen de waterval.
überwinden
Die Sportler überwinden den Wasserfall.
een toespraak houden
De politicus houdt een toespraak voor veel studenten.
vortragen
Der Politiker trägt eine Rede vor vielen Studenten vor.