benadrukken
Je kunt je ogen goed benadrukken met make-up.
emphasize
You can emphasize your eyes well with makeup.
verdragen
Ze kan de pijn nauwelijks verdragen!
endure
She can hardly endure the pain!
werken
De motorfiets is kapot; hij werkt niet meer.
work
The motorcycle is broken; it no longer works.
bellen
Het meisje belt haar vriendin.
call
The girl is calling her friend.