Woordenlijst

Leer werkwoorden – Tsjechisch

cms/verbs-webp/91696604.webp
dovolit
Neměl by se dovolit deprese.
toestaan
Men mag depressie niet toestaan.
cms/verbs-webp/6307854.webp
přijít k tobě
Štěstí přichází k tobě.
naar je toekomen
Het geluk komt naar je toe.
cms/verbs-webp/10206394.webp
vydržet
Těžko vydrží tu bolest!
verdragen
Ze kan de pijn nauwelijks verdragen!
cms/verbs-webp/113415844.webp
opustit
Mnoho Angličanů chtělo opustit EU.
verlaten
Veel Engelsen wilden de EU verlaten.
cms/verbs-webp/121102980.webp
jet s někým
Můžu jet s vámi?
meerijden
Mag ik met je meerijden?
cms/verbs-webp/123953850.webp
zachránit
Doktoři mu dokázali zachránit život.
redden
De dokters konden zijn leven redden.
cms/verbs-webp/106608640.webp
používat
I malé děti používají tablety.
gebruiken
Zelfs kleine kinderen gebruiken tablets.
cms/verbs-webp/82095350.webp
tlačit
Sestra tlačí pacienta na vozíku.
duwen
De verpleegster duwt de patiënt in een rolstoel.
cms/verbs-webp/41935716.webp
ztratit se
V lese je snadné se ztratit.
verdwalen
Het is gemakkelijk om in het bos te verdwalen.
cms/verbs-webp/46602585.webp
přepravit
Kola přepravujeme na střeše auta.
vervoeren
We vervoeren de fietsen op het dak van de auto.
cms/verbs-webp/80427816.webp
opravit
Učitel opravuje eseje studentů.
corrigeren
De leraar corrigeert de essays van de studenten.
cms/verbs-webp/90292577.webp
projet
Voda byla příliš vysoká; náklaďák nemohl projet.
doorkomen
Het water was te hoog; de truck kon er niet doorheen.