Woordenlijst

Leer werkwoorden – Tsjechisch

cms/verbs-webp/119501073.webp
ležet naproti
Tam je hrad - leží přímo naproti!
tegenover liggen
Daar is het kasteel - het ligt er recht tegenover!
cms/verbs-webp/79046155.webp
opakovat
Můžeš to prosím opakovat?
herhalen
Kun je dat alstublieft herhalen?
cms/verbs-webp/129235808.webp
poslouchat
Rád poslouchá bříško své těhotné ženy.
luisteren
Hij luistert graag naar de buik van zijn zwangere vrouw.
cms/verbs-webp/75508285.webp
těšit se
Děti se vždy těší na sníh.
verheugen
Kinderen verheugen zich altijd op sneeuw.
cms/verbs-webp/105875674.webp
kopnout
V bojových uměních musíte umět dobře kopnout.
schoppen
In vechtsporten moet je goed kunnen schoppen.
cms/verbs-webp/127720613.webp
stýskat se
Hodně se mu po jeho přítelkyni stýská.
missen
Hij mist zijn vriendin erg.
cms/verbs-webp/98977786.webp
jmenovat
Kolik zemí dokážete jmenovat?
noemen
Hoeveel landen kun je noemen?
cms/verbs-webp/102168061.webp
protestovat
Lidé protestují proti nespravedlnosti.
protesteren
Mensen protesteren tegen onrecht.
cms/verbs-webp/90643537.webp
zpívat
Děti zpívají písničku.
zingen
De kinderen zingen een lied.
cms/verbs-webp/111615154.webp
odvézt
Matka odveze dceru domů.
terugrijden
De moeder rijdt met de dochter terug naar huis.
cms/verbs-webp/113842119.webp
uplynout
Středověký období již uplynulo.
voorbijgaan
De middeleeuwse periode is voorbijgegaan.
cms/verbs-webp/77581051.webp
nabídnout
Co mi nabízíš za mou rybu?
aanbieden
Wat bied je me aan voor mijn vis?