Woordenlijst
Leer werkwoorden – Tsjechisch
napsat všude
Umělci napsali na celou zeď.
schrijven op
De kunstenaars hebben op de hele muur geschreven.
konat se
Pohřeb se konal předevčírem.
plaatsvinden
De begrafenis vond eergisteren plaats.
cvičit
Pes je cvičen jí.
trainen
De hond wordt door haar getraind.
hledat
Na podzim hledám houby.
zoeken
Ik zoek paddenstoelen in de herfst.
ocitnout se
Jak jsme se ocitli v této situaci?
terechtkomen
Hoe zijn we in deze situatie terechtgekomen?
udělat chybu
Dobře přemýšlej, abys neudělal chybu!
een fout maken
Denk goed na zodat je geen fout maakt!
kopnout
Rádi kopou, ale pouze ve stolním fotbale.
schoppen
Ze schoppen graag, maar alleen bij tafelvoetbal.
rozhodnout se
Nemůže se rozhodnout, jaké boty si obout.
beslissen
Ze kan niet beslissen welke schoenen ze moet dragen.
utrácet
Musíme utrácet hodně peněz na opravy.
geld uitgeven
We moeten veel geld uitgeven aan reparaties.
dostávat
Mohu dostávat velmi rychlý internet.
ontvangen
Ik kan zeer snel internet ontvangen.
převzít
Kobylky to převzaly.
overnemen
De sprinkhanen hebben de overhand genomen.