Woordenlijst
Leer werkwoorden – Tsjechisch
nechat
Majitelé své psy mi nechají na procházku.
overlaten
De eigenaren laten hun honden aan mij over voor een wandeling.
shrnout
Musíte shrnout klíčové body z tohoto textu.
samenvatten
Je moet de belangrijkste punten uit deze tekst samenvatten.
zavolat zpět
Prosím, zavolejte mi zpět zítra.
terugbellen
Bel me morgen alstublieft terug.
zastavit
Musíte zastavit na červenou.
stoppen
Je moet stoppen bij het rode licht.
kontrolovat
Zubní lékař kontroluje zuby.
controleren
De tandarts controleert de tanden.
aktualizovat
V dnešní době musíte neustále aktualizovat své znalosti.
updaten
Tegenwoordig moet je je kennis voortdurend updaten.
cestovat
Rád cestuje a viděl mnoho zemí.
reizen
Hij reist graag en heeft veel landen gezien.
viset
Houpací síť visí ze stropu.
hangen
De hangmat hangt aan het plafond.
lhát
Někdy člověk musí lhát v nouzové situaci.
liegen
Soms moet men liegen in een noodsituatie.
sdílet
Musíme se naučit sdílet své bohatství.
delen
We moeten leren onze rijkdom te delen.
zacházet
S problémy se musí zacházet.
omgaan
Men moet met problemen omgaan.