Woordenlijst
Leer werkwoorden – Tsjechisch
posílat
Tato společnost posílá zboží po celém světě.
sturen
Dit bedrijf stuurt goederen over de hele wereld.
malovat
Auto se maluje na modro.
schilderen
De auto wordt blauw geschilderd.
podívat se dolů
Mohl jsem se z okna podívat na pláž.
naar beneden kijken
Ik kon vanuit het raam naar het strand beneden kijken.
viset
Houpací síť visí ze stropu.
hangen
De hangmat hangt aan het plafond.
podpořit
Rádi podpoříme vaši myšlenku.
onderschrijven
We onderschrijven graag uw idee.
přijít snadno
Surfování mu přichází snadno.
gemakkelijk gaan
Surfen gaat hem gemakkelijk af.
změnit
Semafor změnil na zelenou.
veranderen
Het licht veranderde in groen.
slyšet
Neslyším tě!
horen
Ik kan je niet horen!
postavit
Kdy byla postavena Velká čínská zeď?
bouwen
Wanneer werd de Chinese Muur gebouwd?
přeskočit
Sportovec musí přeskočit překážku.
overspringen
De atleet moet over het obstakel springen.
promluvit
Chce promluvit ke své kamarádce.
uitspreken
Ze wil zich uitspreken tegen haar vriend.