Woordenlijst
Leer werkwoorden – Tsjechisch
představovat si
Každý den si představuje něco nového.
voorstellen
Ze stelt zich elke dag iets nieuws voor.
konat se
Pohřeb se konal předevčírem.
plaatsvinden
De begrafenis vond eergisteren plaats.
vytočit
Vzala telefon a vytočila číslo.
draaien
Ze pakte de telefoon en draaide het nummer.
spojit
Tento most spojuje dvě čtvrti.
verbinden
Deze brug verbindt twee wijken.
kontrolovat
Zubní lékař kontroluje zuby.
controleren
De tandarts controleert de tanden.
poskytnout
Na dovolenou jsou poskytnuty lehátka.
voorzien
Strandstoelen worden voor de vakantiegangers voorzien.
preferovat
Mnoho dětí preferuje sladkosti před zdravými věcmi.
verkiezen
Veel kinderen verkiezen snoep boven gezonde dingen.
dostávat
Mohu dostávat velmi rychlý internet.
ontvangen
Ik kan zeer snel internet ontvangen.
odehnat
Jeden labuť odehání druhou.
wegjagen
De ene zwaan jaagt de andere weg.
pustit dovnitř
Nikdy byste neměli pustit dovnitř cizince.
binnenlaten
Men moet nooit vreemden binnenlaten.
důvěřovat
Všichni si navzájem důvěřujeme.
vertrouwen
We vertrouwen elkaar allemaal.