Woordenlijst
Leer werkwoorden – Tsjechisch
vzít neschopenku
Musí si vzít neschopenku od doktora.
ziektebriefje halen
Hij moet een ziektebriefje halen bij de dokter.
mluvit
V kině by se nemělo mluvit nahlas.
spreken
Men moet niet te luid spreken in de bioscoop.
spustit
Kouř spustil poplach.
activeren
De rook activeerde het alarm.
zvýšit
Společnost zvýšila své příjmy.
verhogen
Het bedrijf heeft zijn omzet verhoogd.
otočit se
Musíte tady otočit auto.
omdraaien
Je moet hier de auto omdraaien.
parkovat
Kola jsou zaparkována před domem.
parkeren
De fietsen staan voor het huis geparkeerd.
tlačit
Sestra tlačí pacienta na vozíku.
duwen
De verpleegster duwt de patiënt in een rolstoel.
kontrolovat
Mechanik kontroluje funkce auta.
controleren
De monteur controleert de functies van de auto.
měnit
Automechanik mění pneumatiky.
vervangen
De automonteur vervangt de banden.
hláskovat
Děti se učí hláskovat.
spellen
De kinderen leren spellen.
generovat
Elektřinu generujeme větrem a slunečním světlem.
genereren
We genereren elektriciteit met wind en zonlicht.