Woordenlijst
Leer werkwoorden – Tsjechisch
přistřihnout
Látka se přistřihává na míru.
op maat snijden
De stof wordt op maat gesneden.
vyhrát
Snaží se vyhrát v šachu.
winnen
Hij probeert te winnen met schaken.
nakrájet
Pro salát musíte nakrájet okurku.
snijden
Voor de salade moet je de komkommer snijden.
zahnout
Můžete zahnout vlevo.
draaien
Je mag naar links draaien.
volat
Chlapec volá tak nahlas, jak může.
roepen
De jongen roept zo luid als hij kan.
protestovat
Lidé protestují proti nespravedlnosti.
protesteren
Mensen protesteren tegen onrecht.
opravit
Učitel opravuje eseje studentů.
corrigeren
De leraar corrigeert de essays van de studenten.
začít
Škola právě začíná pro děti.
beginnen
School begint net voor de kinderen.
pustit dovnitř
Venku sněžilo a my je pustili dovnitř.
binnenlaten
Buiten sneeuwde het en we lieten ze binnen.
znamenat
Co znamená tento erb na podlaze?
betekenen
Wat betekent dit wapenschild op de vloer?
šlápnout
Nemohu šlápnout na zem s touto nohou.
stappen op
Ik kan met deze voet niet op de grond stappen.