Woordenlijst

Leer werkwoorden – Engels (UK)

let in front
Nobody wants to let him go ahead at the supermarket checkout.
voor laten
Niemand wil hem voor laten gaan bij de kassa van de supermarkt.
enter
The ship is entering the harbor.
binnenkomen
Het schip komt de haven binnen.
talk to
Someone should talk to him; he’s so lonely.
praten met
Iemand zou met hem moeten praten; hij is zo eenzaam.