Woordenlijst

Leer werkwoorden – Esperanto

validi
La vizo ne plu validas.
geldig zijn
Het visum is niet meer geldig.
matenmanĝi
Ni preferas matenmanĝi en lito.
ontbijten
We ontbijten het liefst op bed.
akcepti
Kreditkartoj estas akceptataj ĉi tie.
accepteren
Creditcards worden hier geaccepteerd.
kaŭzi
Sukero kaŭzas multajn malsanojn.
veroorzaken
Suiker veroorzaakt veel ziekten.
veki
La vekhorloĝo vekas ŝin je la 10a atm.
wekken
De wekker wekt haar om 10 uur ’s ochtends.
liveri
Nia filino liveras ĵurnalojn dum la ferioj.
bezorgen
Onze dochter bezorgt kranten tijdens de vakantie.
persekuti
La kovboj persekutas la ĉevalojn.
achtervolgen
De cowboy achtervolgt de paarden.
diri
Ŝi diras al ŝi sekreton.
vertellen
Ze vertelt haar een geheim.
esperi
Multaj esperas pri pli bona estonteco en Eŭropo.
hopen
Velen hopen op een betere toekomst in Europa.
trovi sian vojon
Mi povas bone trovi mian vojon en labirinto.
de weg vinden
Ik kan goed de weg vinden in een labyrint.
mensogi
Li ofte mensogas, kiam li volas vendi ion.
liegen
Hij liegt vaak als hij iets wil verkopen.
pasi
La mezepoka periodo pasis.
voorbijgaan
De middeleeuwse periode is voorbijgegaan.