Woordenlijst

Leer werkwoorden – Esperanto

antaŭenigi
Ni bezonas antaŭenigi alternativojn al aŭtomobila trafiko.
bevorderen
We moeten alternatieven voor autoverkeer bevorderen.
veturi tra
La aŭto veturas tra arbo.
doorrijden
De auto rijdt door een boom.
respondeci
La kuracisto respondecas pri la terapio.
verantwoordelijk zijn voor
De arts is verantwoordelijk voor de therapie.
surveturi
Biciklanto estis surveturita de aŭto.
aanrijden
Een fietser werd aangereden door een auto.
konsenti
La najbaroj ne povis konsenti pri la koloro.
eens zijn
De buren konden het niet eens worden over de kleur.
kritiki
La estro kritikas la dungiton.
bekritiseren
De baas bekritiseert de werknemer.
eviti
Li bezonas eviti nuksojn.
vermijden
Hij moet noten vermijden.
rezervi
Mi volas rezervi iom da mono por poste ĉiu monato.
opzij zetten
Ik wil elke maand wat geld opzij zetten voor later.
kunveni
Estas agrable kiam du homoj kunvenas.
samenkomen
Het is fijn als twee mensen samenkomen.
frenezi
La folioj frenezas sub miaj piedoj.
ritselen
De bladeren ritselen onder mijn voeten.
produkti
Ni produktas nian propran mielon.
produceren
We produceren onze eigen honing.
redukti
Mi nepre bezonas redukti miajn hejtajn kostojn.
verminderen
Ik moet absoluut mijn stookkosten verminderen.