Woordenlijst

Leer werkwoorden – Ests

tänama
Ta tänas teda lilledega.
bedanken
Hij bedankte haar met bloemen.
ära jooksma
Meie kass jooksis ära.
weglopen
Onze kat is weggelopen.
toetama
Me toetame oma lapse loovust.
ondersteunen
We ondersteunen de creativiteit van ons kind.
edasi minema
Sa ei saa sellest punktist edasi minna.
verder gaan
Je kunt op dit punt niet verder gaan.
parandama
Ta tahab oma figuuri parandada.
verbeteren
Ze wil haar figuur verbeteren.
helisema
Kell heliseb iga päev.
rinkelen
De bel rinkelt elke dag.
kuulama
Ta kuulab hea meelega oma raseda naise kõhtu.
luisteren
Hij luistert graag naar de buik van zijn zwangere vrouw.
karjuma
Kui soovid, et sind kuuldaks, pead oma sõnumit valjult karjuma.
schreeuwen
Als je gehoord wilt worden, moet je je boodschap luid schreeuwen.
sisenema
Metroo just sisenes jaama.
binnenkomen
De metro is net het station binnengekomen.
lükkama
Auto seiskus ja seda tuli lükata.
duwen
De auto stopte en moest geduwd worden.
mõtlema väljaspool kasti
Vahel tuleb edukaks olemiseks mõelda väljaspool kasti.
out-of-the-box denken
Om succesvol te zijn, moet je soms out-of-the-box denken.
kallistama
Ta kallistab oma vana isa.
knuffelen
Hij knuffelt zijn oude vader.