Woordenlijst

Italiaans – Werkwoorden oefenen

cms/verbs-webp/42111567.webp
een fout maken
Denk goed na zodat je geen fout maakt!
cms/verbs-webp/118868318.webp
houden van
Ze houdt meer van chocolade dan van groenten.
cms/verbs-webp/118026524.webp
ontvangen
Ik kan zeer snel internet ontvangen.
cms/verbs-webp/122079435.webp
verhogen
Het bedrijf heeft zijn omzet verhoogd.
cms/verbs-webp/120900153.webp
uitgaan
De kinderen willen eindelijk naar buiten.
cms/verbs-webp/92612369.webp
parkeren
De fietsen staan voor het huis geparkeerd.
cms/verbs-webp/19351700.webp
voorzien
Strandstoelen worden voor de vakantiegangers voorzien.
cms/verbs-webp/122153910.webp
verdelen
Ze verdelen het huishoudelijk werk onder elkaar.
cms/verbs-webp/124458146.webp
overlaten
De eigenaren laten hun honden aan mij over voor een wandeling.
cms/verbs-webp/106665920.webp
voelen
De moeder voelt veel liefde voor haar kind.
cms/verbs-webp/97119641.webp
schilderen
De auto wordt blauw geschilderd.
cms/verbs-webp/61806771.webp
brengen
De koerier brengt een pakketje.