Woordenlijst

Leer werkwoorden – Kroatisch

dati
Otac želi dati svome sinu nešto dodatnog novca.
geven
De vader wil zijn zoon wat extra geld geven.
popraviti
Htio je popraviti kabel.
repareren
Hij wilde de kabel repareren.
spomenuti
Koliko puta moram spomenuti ovu raspravu?
ter sprake brengen
Hoe vaak moet ik dit argument ter sprake brengen?
postati prijatelji
Dvoje su postali prijatelji.
vrienden worden
De twee zijn vrienden geworden.
govoriti loše
Kolege loše govore o njoj.
kwaadspreken
De klasgenoten spreken kwaad over haar.
rukovati
Probleme treba rukovati.
omgaan
Men moet met problemen omgaan.
dogoditi se
U snovima se događaju čudne stvari.
gebeuren
Vreemde dingen gebeuren in dromen.
slikati
Auto se slika plavom bojom.
schilderen
De auto wordt blauw geschilderd.
upravljati
Tko upravlja novcem u vašoj obitelji?
beheren
Wie beheert het geld in jouw gezin?
iskočiti
Riba iskače iz vode.
uitspringen
De vis springt uit het water.
gorjeti
Vatra gori u kaminu.
branden
Er brandt een vuur in de open haard.
gledati
Na odmoru sam pogledao mnoge znamenitosti.
bekijken
Op vakantie heb ik veel bezienswaardigheden bekeken.