Ordforråd

Lær adjektiver – Dutch

gebruikelijk
een gebruikelijk bruidsboeket
vanleg
ein vanleg brudebukett
lokaal
lokaal fruit
innfødt
innfødt frukt
protestants
de protestantse priester
evangelisk
den evangeliske presten
koud
het koude weer
kald
det kalde været
Sloveens
de Sloveense hoofdstad
slovensk
den slovenske hovudstaden
dik
een dikke vis
feit
ein feit fisk
hedendaags
de hedendaagse kranten
dagens
dagens aviser
zacht
de zachte temperatuur
mild
den milde temperaturen
weinig
weinig eten
lite
lite mat
gratis
het gratis vervoermiddel
gratis
det gratis transportmiddelet
eerlijk
de eerlijke eed
ærlig
den ærlige eden
klaar
de klaarstaande hardlopers
klar
dei klare løparane