Vocabulary

Learn Adjectives – Dutch

rijk
een rijke vrouw
rich
a rich woman
wolkenloos
een wolkenloze hemel
cloudless
a cloudless sky
dorstig
de dorstige kat
thirsty
the thirsty cat
klaar om te starten
het startklare vliegtuig
ready to start
the ready to start airplane
verwant
de verwante handgebaren
related
the related hand signals
licht
de lichte veer
light
the light feather
gebruikelijk
een gebruikelijk bruidsboeket
usual
a usual bridal bouquet
besneeuwd
besneeuwde bomen
snowy
snowy trees
gelijkend
twee gelijkende vrouwen
similar
two similar women
echt
een echte triomf
real
a real triumph
aanwezig
een aanwezige bel
present
a present bell
competent
de competente ingenieur
competent
the competent engineer