Vocabulary

Learn Adjectives – Dutch

zoet
het zoete snoepgoed
sweet
the sweet confectionery
ongehuwd
de ongehuwde man
unmarried
an unmarried man
online
de online verbinding
online
the online connection
tweedehands
tweedehands artikelen
used
used items
kreupel
een kreupel man
lame
a lame man
jaloers
de jaloerse vrouw
jealous
the jealous woman
bewolkt
de bewolkte hemel
cloudy
the cloudy sky
gesloten
gesloten ogen
closed
closed eyes
vet
een vet persoon
fat
a fat person
afgelegen
het afgelegen huis
remote
the remote house
scherp
de scherpe paprika
sharp
the sharp pepper
uitstekend
een uitstekend idee
excellent
an excellent idea