Vocabulary

Learn Adjectives – Dutch

waakzaam
de waakzame herdershond
alert
an alert shepherd dog
vast
een vaste volgorde
fixed
a fixed order
stormachtig
de stormachtige zee
stormy
the stormy sea
bitter
bittere chocolade
bitter
bitter chocolate
veilig
veilige kleding
safe
safe clothing
veel
veel kapitaal
much
much capital
lekker
een lekkere pizza
delicious
a delicious pizza
snel
de snelle skiër
fast
the fast downhill skier
oranje
oranje abrikozen
orange
orange apricots
stekelig
de stekelige cactussen
spiky
the spiky cacti
intelligent
een intelligente student
intelligent
an intelligent student
geweldig
een geweldig rotslandschap
great
a great rocky landscape