uitnodigen
Wij nodigen je uit voor ons oudejaarsfeest.
inviti
Ni invitas vin al nia novjara festo.
schrijven op
De kunstenaars hebben op de hele muur geschreven.
skribi ĉie
La artistoj skribis ĉie sur la tuta muro.
aannemen
Het bedrijf wil meer mensen aannemen.
dungi
La firmao volas dungi pli da homoj.
uitgeven
De uitgever geeft deze tijdschriften uit.
eldoni
La eldonisto eldonas tiujn revuojn.