Vortprovizo

Lernu Verbojn – nederlanda

uitnodigen
Wij nodigen je uit voor ons oudejaarsfeest.
inviti
Ni invitas vin al nia novjara festo.
schrijven op
De kunstenaars hebben op de hele muur geschreven.
skribi ĉie
La artistoj skribis ĉie sur la tuta muro.
aannemen
Het bedrijf wil meer mensen aannemen.
dungi
La firmao volas dungi pli da homoj.
uitgeven
De uitgever geeft deze tijdschriften uit.
eldoni
La eldonisto eldonas tiujn revuojn.
annuleren
Hij heeft helaas de vergadering geannuleerd.
nuligi
Li bedaŭrinde nuligis la kunvenon.
openen
Het festival werd geopend met vuurwerk.
malfermi
La festivalo estis malfermita kun artfajraĵoj.
accepteren
Creditcards worden hier geaccepteerd.
akcepti
Kreditkartoj estas akceptataj ĉi tie.
horen
Ik kan je niet horen!
aŭdi
Mi ne povas aŭdi vin!
naar buiten rennen
Ze rent met de nieuwe schoenen naar buiten.
elkuri
Ŝi elkuras kun la novaj ŝuoj.
opschrijven
Ze wil haar zakelijk idee opschrijven.
noti
Ŝi volas noti sian komercajn ideojn.
aanspreken
Mijn leraar spreekt me vaak aan.
demandi
Mia instruisto ofte demandas min.
verdelen
Ze verdelen het huishoudelijk werk onder elkaar.
dividi
Ili dividas la domecajn laborojn inter si.