Woordenlijst

Leer werkwoorden – Tsjechisch

cms/verbs-webp/123519156.webp
trávit
Veškerý svůj volný čas tráví venku.
doorbrengen
Ze brengt al haar vrije tijd buiten door.
cms/verbs-webp/80427816.webp
opravit
Učitel opravuje eseje studentů.
corrigeren
De leraar corrigeert de essays van de studenten.
cms/verbs-webp/4706191.webp
cvičit
Žena cvičí jógu.
oefenen
De vrouw beoefent yoga.
cms/verbs-webp/106279322.webp
cestovat
Rádi cestujeme po Evropě.
reizen
We reizen graag door Europa.
cms/verbs-webp/118064351.webp
vyhnout se
Musí se vyhnout ořechům.
vermijden
Hij moet noten vermijden.
cms/verbs-webp/120801514.webp
stýskat se
Bude mi po tobě tak stýskat!
missen
Ik zal je zo erg missen!
cms/verbs-webp/131098316.webp
oženit se
Nezletilí se nesmějí oženit.
trouwen
Minderjarigen mogen niet trouwen.
cms/verbs-webp/119613462.webp
očekávat
Moje sestra očekává dítě.
verwachten
Mijn zus verwacht een kind.
cms/verbs-webp/121112097.webp
malovat
Namaloval jsem ti krásný obraz!
schilderen
Ik heb een mooi schilderij voor je geschilderd!
cms/verbs-webp/130770778.webp
cestovat
Rád cestuje a viděl mnoho zemí.
reizen
Hij reist graag en heeft veel landen gezien.
cms/verbs-webp/120220195.webp
prodávat
Obchodníci prodávají mnoho zboží.
verkopen
De handelaren verkopen veel goederen.
cms/verbs-webp/98977786.webp
jmenovat
Kolik zemí dokážete jmenovat?
noemen
Hoeveel landen kun je noemen?