Woordenlijst

باهم

این دو دوست دارند باهم بازی کنند.

bahm

aan dw dwst darnd bahm baza kennd.

samen

De twee spelen graag samen.

پیش از این

او پیش از این خوابیده است.

peash az aan

aw peash az aan khwabadh ast.

al

Hij slaapt al.

باهم

ما باهم در یک گروه کوچک می‌آموزیم.

bahm

ma bahm dr ake gurwh kewcheke ma‌amwzam.

samen

We leren samen in een kleine groep.

تنها

من تنها شب را لذت می‌برم.

tnha

mn tnha shb ra ldt ma‌brm.

alleen

Ik geniet van de avond helemaal alleen.

چرا

کودکان می‌خواهند بدانند چرا همه چیز به این شکل است.

chera

kewdkean ma‌khwahnd bdannd chera hmh cheaz bh aan shkel ast.

waarom

Kinderen willen weten waarom alles is zoals het is.

تقریباً

من تقریباً ضربه زدم!

tqrabaan

mn tqrabaan drbh zdm!

bijna

Ik raakte bijna!

پایین

او به آب می‌پرد.

peaaan

aw bh ab ma‌perd.

naar beneden

Ze springt naar beneden in het water.

در

آیا او می‌خواهد وارد شود یا خارج شود؟

dr

aaa aw ma‌khwahd ward shwd aa kharj shwd?

in

Gaat hij naar binnen of naar buiten?

به زودی

یک ساختمان تجاری اینجا به زودی افتتاح خواهد شد.

bh zwda

ake sakhtman tjara aanja bh zwda afttah khwahd shd.

binnenkort

Hier wordt binnenkort een commercieel gebouw geopend.

پیش‌از این

خانه پیش‌از این فروخته شده است.

peash‌az aan

khanh peash‌az aan frwkhth shdh ast.

al

Het huis is al verkocht.

صبح

من باید صبح زود بیدار شوم.

sbh

mn baad sbh zwd badar shwm.

‘s morgens

Ik moet vroeg opstaan ‘s morgens.

اما

خانه کوچک است اما رمانتیک.

ama

khanh kewcheke ast ama rmantake.

maar

Het huis is klein maar romantisch.