Woordenlijst

Marathi – Bijwoordenoefening

beneden
Hij ligt beneden op de vloer.
erop
Hij klimt op het dak en zit erop.
behoorlijk
Ze is behoorlijk slank.
genoeg
Ze wil slapen en heeft genoeg van het lawaai.
nergens
Deze sporen leiden naar nergens.
naar beneden
Ze springt naar beneden in het water.
‘s morgens
Ik moet vroeg opstaan ‘s morgens.
nooit
Men moet nooit opgeven.
over
Ze wil de straat oversteken met de scooter.
misschien
Ze wil misschien in een ander land wonen.
binnenkort
Hier wordt binnenkort een commercieel gebouw geopend.
ergens
Een konijn heeft zich ergens verstopt.