Woordenlijst

Leer bijwoorden – Noors

hele dagen
Moren må jobbe hele dagen.
de hele dag
De moeder moet de hele dag werken.
inn
Går han inn eller ut?
in
Gaat hij naar binnen of naar buiten?
først
Sikkerhet kommer først.
eerst
Veiligheid komt eerst.
ned
Hun hopper ned i vannet.
naar beneden
Ze springt naar beneden in het water.
igjen
De møttes igjen.
opnieuw
Ze ontmoetten elkaar opnieuw.
halv
Glasset er halvt tomt.
half
Het glas is half leeg.
nettopp
Hun våknet nettopp.
net
Ze is net wakker geworden.
snart
En forretningsbygning vil snart bli åpnet her.
binnenkort
Hier wordt binnenkort een commercieel gebouw geopend.
noen gang
Har du noen gang mistet alle pengene dine i aksjer?
ooit
Heb je ooit al je geld aan aandelen verloren?
nesten
Tanken er nesten tom.
bijna
De tank is bijna leeg.
kanskje
Hun vil kanskje bo i et annet land.
misschien
Ze wil misschien in een ander land wonen.
veldig
Barnet er veldig sultent.
erg
Het kind is erg hongerig.