Woordenlijst

Leer werkwoorden – Bosnisch

hodati
Voli hodati po šumi.
wandelen
Hij wandelt graag in het bos.
zamisliti
Svaki dan zamisli nešto novo.
voorstellen
Ze stelt zich elke dag iets nieuws voor.
pregaziti
Nažalost, mnoge životinje su još uvijek pregazile automobili.
overrijden
Helaas worden er nog veel dieren overreden door auto’s.
šetati
Obitelj šeta nedjeljom.
wandelen
De familie gaat op zondag wandelen.
ubiti
Pazi, s tom sjekirom možeš nekoga ubiti!
doden
Pas op, je kunt iemand doden met die bijl!
dodirnuti
Nježno ju je dodirnuo.
aanraken
Hij raakte haar teder aan.
pratiti
Pilići uvijek prate svoju majku.
volgen
De kuikens volgen altijd hun moeder.
prilagoditi
Tkanina se prilagođava veličini.
op maat snijden
De stof wordt op maat gesneden.
obratiti pažnju na
Treba obratiti pažnju na saobraćajne znakove.
opletten
Men moet opletten voor de verkeerstekens.
govoriti
U kinu se ne bi trebalo govoriti preglasno.
spreken
Men moet niet te luid spreken in de bioscoop.
dogoditi se
U snovima se događaju čudne stvari.
gebeuren
Vreemde dingen gebeuren in dromen.
povećati
Populacija se znatno povećala.
toenemen
De bevolking is sterk toegenomen.