Woordenlijst

Leer werkwoorden – Bosnisch

cms/verbs-webp/100565199.webp
doručkovati
Radije doručkujemo u krevetu.
ontbijten
We ontbijten het liefst op bed.
cms/verbs-webp/108014576.webp
vidjeti ponovno
Konačno se ponovno vide.
weerzien
Ze zien elkaar eindelijk weer.
cms/verbs-webp/119404727.webp
uraditi
To si trebao uraditi prije sat vremena!
doen
Dat had je een uur geleden moeten doen!
cms/verbs-webp/21529020.webp
trčati prema
Djevojčica trči prema svojoj majci.
toelopen
Het meisje loopt naar haar moeder toe.
cms/verbs-webp/101765009.webp
pratiti
Pas ih prati.
begeleiden
De hond begeleidt hen.
cms/verbs-webp/94312776.webp
darovati
Ona daruje svoje srce.
weggeven
Ze geeft haar hart weg.
cms/verbs-webp/84472893.webp
voziti
Djeca vole voziti bicikle ili skutere.
rijden
Kinderen rijden graag op fietsen of steps.
cms/verbs-webp/51119750.webp
snaći se
Dobro se snalazim u labirintu.
de weg vinden
Ik kan goed de weg vinden in een labyrint.
cms/verbs-webp/117421852.webp
postati prijatelji
Dvoje su postali prijatelji.
vrienden worden
De twee zijn vrienden geworden.
cms/verbs-webp/130938054.webp
prekriti
Dijete se prekriva.
bedekken
Het kind bedekt zichzelf.
cms/verbs-webp/116835795.webp
stići
Mnogo ljudi stiže kamperom na odmor.
aankomen
Veel mensen komen op vakantie met een camper aan.
cms/verbs-webp/74009623.webp
testirati
Auto se testira u radionici.
testen
De auto wordt in de werkplaats getest.