Woordenlijst

Leer werkwoorden – Tsjechisch

cms/verbs-webp/32796938.webp
odeslat
Chce teď dopis odeslat.
versturen
Ze wil de brief nu versturen.
cms/verbs-webp/129300323.webp
dotknout se
Rolník se dotýká svých rostlin.
aanraken
De boer raakt zijn planten aan.
cms/verbs-webp/84365550.webp
přepravit
Nákladní vůz přepravuje zboží.
vervoeren
De vrachtwagen vervoert de goederen.
cms/verbs-webp/6307854.webp
přijít k tobě
Štěstí přichází k tobě.
naar je toekomen
Het geluk komt naar je toe.
cms/verbs-webp/114993311.webp
vidět
S brýlemi vidíte lépe.
zien
Je kunt beter zien met een bril.
cms/verbs-webp/119404727.webp
dělat
Měl jste to udělat před hodinou!
doen
Dat had je een uur geleden moeten doen!
cms/verbs-webp/67880049.webp
pustit
Nesmíš pustit úchyt!
loslaten
Je mag de grip niet loslaten!
cms/verbs-webp/60625811.webp
zničit
Soubory budou zcela zničeny.
vernietigen
De bestanden worden volledig vernietigd.
cms/verbs-webp/32312845.webp
vyloučit
Skupina ho vylučuje.
uitsluiten
De groep sluit hem uit.
cms/verbs-webp/81025050.webp
bojovat
Sportovci proti sobě bojují.
vechten
De atleten vechten tegen elkaar.
cms/verbs-webp/49374196.webp
propustit
Můj šéf mě propustil.
ontslaan
Mijn baas heeft me ontslagen.
cms/verbs-webp/105224098.webp
potvrdit
Mohla potvrdit dobrou zprávu svému manželovi.
bevestigen
Ze kon het goede nieuws aan haar man bevestigen.