Woordenlijst
Leer werkwoorden – Tsjechisch
vyhnout se
Musí se vyhnout ořechům.
vermijden
Hij moet noten vermijden.
chlubit se
Rád se chlubí svými penězi.
pronken
Hij pronkt graag met zijn geld.
setkat se
Přátelé se setkali na společnou večeři.
ontmoeten
De vrienden ontmoetten elkaar voor een gezamenlijk diner.
dohodnout
Sousedé se nemohli dohodnout na barvě.
eens zijn
De buren konden het niet eens worden over de kleur.
převzít
Kobylky to převzaly.
overnemen
De sprinkhanen hebben de overhand genomen.
změnit
Semafor změnil na zelenou.
veranderen
Het licht veranderde in groen.
propustit
Můj šéf mě propustil.
ontslaan
Mijn baas heeft me ontslagen.
existovat
Dinosauři dnes již neexistují.
bestaan
Dinosaurussen bestaan tegenwoordig niet meer.
zahnout
Můžete zahnout vlevo.
draaien
Je mag naar links draaien.
kontrolovat
Zubní lékař kontroluje pacientův chrup.
controleren
De tandarts controleert het gebit van de patiënt.
tlačit
Auto se zastavilo a muselo být tlačeno.
duwen
De auto stopte en moest geduwd worden.