Slovník

Naučte se slovesa – holandština

brengen
De koerier brengt een pakketje.
přinést
Kurýr přináší balík.
geld uitgeven
We moeten veel geld uitgeven aan reparaties.
utrácet
Musíme utrácet hodně peněz na opravy.
schoppen
Ze schoppen graag, maar alleen bij tafelvoetbal.
kopnout
Rádi kopou, ale pouze ve stolním fotbale.
doden
Pas op, je kunt iemand doden met die bijl!
zabít
Buďte opatrní, s tou sekerou můžete někoho zabít!
verkennen
De astronauten willen de ruimte verkennen.
zkoumat
Astronauti chtějí zkoumat vesmír.
opletten
Men moet opletten voor de verkeersborden.
všímat si
Musíš si všímat dopravních značek.
verwijderen
Hoe kan men een rode wijnvlek verwijderen?
odstranit
Jak lze odstranit skvrnu od červeného vína?
geldig zijn
Het visum is niet meer geldig.
platit
Vízum již není platné.
denken
Ze moet altijd aan hem denken.
myslet
Musí na něj pořád myslet.
samenvatten
Je moet de belangrijkste punten uit deze tekst samenvatten.
shrnout
Musíte shrnout klíčové body z tohoto textu.
hangen
Ze hangen beide aan een tak.
viset
Oba visí na větvi.
annuleren
Hij heeft helaas de vergadering geannuleerd.
zrušit
Bohužel zrušil schůzku.