Woordenlijst

Hebreeuws – Werkwoorden oefenen

spellen
De kinderen leren spellen.
beschrijven
Hoe kun je kleuren beschrijven?
toelopen
Het meisje loopt naar haar moeder toe.
samenkomen
Het is fijn als twee mensen samenkomen.
opletten
Men moet opletten voor de verkeersborden.
verbeteren
Ze wil haar figuur verbeteren.
bedanken
Ik bedank je er heel erg voor!
betalen
Ze betaalde met een creditcard.
omdraaien
Je moet hier de auto omdraaien.
delen
We moeten leren onze rijkdom te delen.
werken
Ze werkt beter dan een man.
kletsen
Hij kletst vaak met zijn buurman.