Woordenlijst
Servisch – Werkwoorden oefenen
zitten
Ze zit bij de zee tijdens zonsondergang.
produceren
We produceren onze eigen honing.
achterna rennen
De moeder rent achter haar zoon aan.
winnen
Hij probeert te winnen met schaken.
parkeren
De auto’s staan in de ondergrondse garage geparkeerd.
genieten
Ze geniet van het leven.
samenkomen
Het is fijn als twee mensen samenkomen.
spellen
De kinderen leren spellen.
dragen
De ezel draagt een zware last.
noemen
Hoeveel landen kun je noemen?
voeden
De kinderen voeden het paard.