Woordenlijst
Kannada – Werkwoorden oefenen
voorbijgaan
De trein gaat aan ons voorbij.
knuffelen
Hij knuffelt zijn oude vader.
moeilijk vinden
Beiden vinden het moeilijk om afscheid te nemen.
bouwen
De kinderen bouwen een hoge toren.
trainen
De hond wordt door haar getraind.
vertellen
Ze vertelt haar een geheim.
toebehoren
Mijn vrouw behoort mij toe.
aan de beurt komen
Even wachten, je komt zo aan de beurt!
aankomen
Het vliegtuig is op tijd aangekomen.
opmerken
Wie iets weet, mag in de klas opmerken.
wakker worden
Hij is net wakker geworden.