Woordenlijst
Kannada – Werkwoorden oefenen
geld uitgeven
We moeten veel geld uitgeven aan reparaties.
liegen
Soms moet men liegen in een noodsituatie.
dansen
Ze dansen verliefd een tango.
uitzetten
Ze zet de elektriciteit uit.
besmet raken
Ze raakte besmet met een virus.
gebruiken
Zelfs kleine kinderen gebruiken tablets.
aanzetten
Zet de TV aan!
wakker worden
Hij is net wakker geworden.
verkennen
Mensen willen Mars verkennen.
liegen
Hij liegt vaak als hij iets wil verkopen.
betalen
Ze betaalde met een creditcard.